Inhoudsopgave
Maaien en schonen van sloten
- Maai/schoon buiten de periode 15 maart tot 15 juli en niet vaker dan twee keer per jaar. Intensief schonen leidt tot een kale, soortenarme sloot met kans op groei van flab, algen of kroos en verstoort de leefomgeving van dieren die op de bodem wonen;
- Het heeft de voorkeur om het onderhoud vanaf de kant te doen en niet vanaf het water. Schonen met een maaiboot is minder wenselijk en het omwoelen van het slib levert vaak tijdelijke problemen op met het zuurstofgehalte;
- Sla bij het onderhoud steeds delen van de oever over en spaar per onderhoudsbeurt ten minste 10% van de planten in het water (mits de watergang breder dan 2m is, zie de tabel hieronder) door de randen niet mee te maaien. Er blijft dan voldoende ruimte over voor de dieren die in de oever leven;
- Gebruik bij het maaien en verwijderen van waterplanten een natuurvriendelijke onderhoudsmethode zoals een maaikorf. Daardoor sterven er minder dieren en planten. Maai niet te vaak, bij voorkeur eens per jaar in september of oktober;
- Spaar bij het maaien van een droge oever per onderhoudsbeurt 25% van de planten door delen van de droge oever niet te maaien. Gebruik bij voorkeur een maaibalk en ga niet klepelen;
- Pas in een nieuw aangelegde oever het volgende maairegime toe: In de eerste 2 jaar na aanleg: 1 of 2 keer per jaar. In de periode daarna: 1 keer per 2 jaar. Maai tussen half juli en half maart;